Rijstevlaai

Limburgse vlaai en dan met name rijstevlaai was vroeger bij ons thuis een favoriet.

In het kader van ‘veganiseren’ van recepten is deze versie zonder zuivel, maar ook zonder tarwe.

Voor een taartvorm van 30 cm, voldoende voor 12 flinke stukken.

Ingrediënten

Voor de bodem:
300 gr speltmeel
7  gr droge gist
5  gr zeezout
50   gr zonnebloemolie
1 el agavesiroop
100 ml rijstdrank, handwarm

 

De vulling:
1 liter sojadrank
180 gr dessertrijst
100 gr agavesiroop
Rasp van 1 citroen
½ tl citroensap
½ vanille-extract
1 el arrowroot (=40 gr)

0,2 liter rijstdrank

Bereiding

Verwarm de oven voor op 180 °C en vet de bakvorm in met zonnebloemolie.

 

De bodem:
Zeef het meel en meng de overige ingrediënten door het meel. Kneed het deeg kort en vorm het tot een bal. Dek af met een vochtige doek en laat het deeg een half uur rijzen op een warme plek.

 

De vulling:
Breng de sojadrank  met de dessertrijst aan de kook. Roer regelmatig om aanzetten te voorkomen.
Giet de agavesiroop, rasp, citroensap en vanille-extract bij de rijstepap.
De arrowroot voeg je pas toe als de rijst gaar en dik is.
Het kan zijn dat de rijstepap te stevig is; voeg dat wat rijstdrank toe totdat je een smeuïg geheel hebt.

 

Rol het de deeg uit m.b.v. een deegroller. Breng de lap over naar de ingevette bakvorm. Snijd het overtollige deeg weg.
Stort de rijstepap in de vorm en strijk glad.
Zet de taart in het midden van de oven en bak de taart in ca 45-50 minuten gaar.

 

Wanneer je oven de mogelijkheid heeft om alleen bodemwarmte te geven, wissel hier dan mee af, zodat de bodem een mooie bruine kleur krijgt.